We zetten het als therapeut steeds vaker in; schematherapie. Mensen die soms al langer in therapie zijn worden doorverwezen voor deze vorm van therapie. Maar wat doe je hierin nu anders dan bij andere therapievormen?
Ik kan dat natuurlijk niet zo 1,2,3 in een korte blog vertellen, aangezien hier hele opleidingen voor zijn. Maar toch vind ik het leuk om je even mee te nemen in een specifieke techniek die bij schematherapie veel ingezet wordt: de stoelentechniek.
Stoelen?! Voor ons als therapeut is de stoelentechniek een veelvoorkomende techniek in de schematherapie. Je gebruikt letterlijk diverse stoelen tijdens een gesprek. Ik neem je even mee in een voorbeeld:
Stel, je hebt een mail gehad van je baas over een project wat je hebt uitgevoerd. Je baas stuurt je per mail dat er nog wat aanpassingen gedaan moeten worden in het werk wat je hebt gedaan. Je denkt bij jezelf: ‘Hoe heb ik dit kunnen verpesten?! Wat dom.’ Je voelt je een mislukking en durft niet meer naar je baas te mailen.
Deze situatie laat zien dat je in een situatie verschillende gedachten en gevoelens kan hebben. Daardoor kan je in een bepaald modus komen en kan hier soms moeilijk uitkomen.
Met de stoelentechniek ga je de verschillende kanten die je ervaart op zo’n moment allemaal een plekje geven in de kamer. Dit doe je door middel van het kiezen van een stoel die deze modus weergeeft. Daarna vraagt de therapeut aan je om op de verschillende stoelen te zitten en te vertellen wat deze kant vindt van de situatie. Klinkt gek, maar zo kan je letterlijk ervaren en voelen hoe het is om in die modus te zijn.
Het doel hiervan? Leren afstand te nemen van oude overtuigingen zodat je die kan omzetten in nieuwe corrigerende ervaringen. Een hele fijne techniek als je het mij vraagt!